Pagina 24 van: Bouwwereld #8 2020

24
Arie Voorburg begon zijn werkzAme leVen Als officier bij de
nederlAndse koopVAArdij. nA zo’n tien jAAr op zee, Volgde hij zijn
tweede pAssie en ging hij systeemecologie, biofysicA en filosofie
studeren. hij is gefAscineerd door het fenomeen stAd in Al zijn mooie
en duistere kAnten en Al twee decenniA Actief op het gebied VAn
ecologie, biodiVersiteit, duurzAme ontwikkeling en complexe stedelijke
VrAAgstukken. Arie Voorburg is mede-ontwikkelAAr VAn de socio
ecologicAl urbAnism, een denkkAder Voor het opzetten VAn een netwerk
VAn ‘dwArsdenkers’ en het initiëren VAn onderzoek en innoVAties.
TeksT peter de winter FoTo’s mArtin wengelAAr
A
anvankelijk had Arie Voorburg niet eens zoveel op
met de stad als fenomeen. dat veranderde toen hij
in de jaren negentig een baan kreeg bij het ministerie
van Vrom. in eerste instantie om het milieubeleid te
helpen opzetten; later raakte hij bij diezelfde werkgever vanuit
de milieukant betrokken bij het grootstedelijk beleid. dat fas-
cineerde hem direct: vanuit de natuurwetenschappen was hij
bekend met complexe systemen – hoe complexer, hoe mooier
vindt hij zelf – en een stad is in al zijn geledingen volgens hem
het ultieme complexe systeem. de stad is met zijn sociale, maat-
schappelijke, economische, menselijke, fysieke, maar ook eco-
logische kant in zijn ogen een a-logisch systeem. mensen met
al hun gevoelens en emoties maken de stad voor hem een even
buitengewoon als prachtig fenomeen.
Hoe kijk jij naar de stad. Als technoloog, ecoloog, bioloog of
antropoloog?
“ik probeer de stad in zijn volle breedte te bekijken. Alle aspec-
ten van dat complexe systeem hebben met welbevinden van
mensen te maken: de ecologische kwaliteit, economie, oplei-
ding, het werk, inkomen; die moet je met visie en beleid hoe dan
ook met elkaar in verbinding brengen. er zijn zoveel mogelijkhe-
den en potenties om een stad utopisch te maken. tegelijkertijd
zie je overal in de grote steden veel uitsluiting en kansarmoede.”
Dat klinkt wel erg vaag: de stad utopisch maken.
“Vaag? we hebben zoveel mogelijkheden in technologie, kennis
en wetenschap. we kunnen energie, grondstoffen en voedsel
op een andere manier gaan produceren, waarbij we van een
systeem gebaseerd op tekorten en schaarste gaan naar een
systeem dat op overvloed kan draaien. nu nog niet, maar we
kunnen die transformatie daarnaartoe wel in gang gaan zetten.
Als we tien tot dertig jaar vooruit kijken, dan kunnen we, als we
koploper
dat met z’n allen zouden willen, een heel andere samenleving
hebben. dat is ook mijn drijfveer.”
En hoe ga je dat ‘als we dat zouden willen’ organiseren?
“onder meer door vanuit Arcadis samen te werken met inspi-
rerende en gepassioneerde mensen bij verschillende kennisin-
stituten. daarnaast geef ik colleges en doe onderzoek. samen
denken en ontwikkelen we perspectieven, mogelijkheden en
stimuleren innovaties. de stad is een dynamisch systeem dat
draait op en evolueert door drie dominante factoren: de sociaal-
maatschappelijke dynamiek, de economische transitie en tech-
nologie. dat zijn de drie drijvers die de stad constant in bewe-
ging en versnelling houden. Als zo’n stad constant fluctueert en
verandert, dan betekent dat ook iets voor onze gebouwde op-
gave. want om het even heel plat te zeggen: het is tijd voor een
transitie van ontwerpende disciplines ofwel fluïditeit in functies
en vorm van zowel de gebouwde als de natuurlijke omgeving,
waarbij de kwaliteit van leven en de potentiële ontwikkeling van
zowel human als non-human leven centraal staan.”
Hoezo transitie van ontwerpende disciplines? Steden vol
bouwen gaat toch al eeuwen goed?
“dat is maar de vraag. de gebouwde omgeving is, vaak letterlijk,
in beton gegoten en wat we neerzetten staat er dertig tot vijftig
jaar of langer. Als de maatschappij, de economie en de techno-
logie zich dan razendsnel ontwikkelen, zet je de stad eigenlijk
op slot in zijn fysieke, ontworpen en gebouwde vorm en infra-
structuur. wat we moeten doen, is gaan nadenken over hoe
we die ontworpen en gebouwde omgeving wat meer fluïditeit
kunnen meegeven, waardoor de stad veel makkelijker mee kan
veranderen met die dynamiek. en dan wel graag ontwerpen en
bouwen binnen de biofysische grenzen van het global ecosys-
tem.”
24-25-26-27-28-29_koploper.indd 24 03-12-20 16:52