Pagina 27 van: Bouwwereld #8 2020

27
koploper
daarbij wordt betrokken. Afgelopen decennia ging dat op zich
prima. we hebben althans een enorme welvaart en een gevoel
van welbevinden weten te bereiken. het systeem heeft dus
ontzettend goed gewerkt. maar nu moeten we gaan nadenken
of dat systeem nog houdbaar is richting de dynamiek van de
versnelling die plaatsvindt. ik ben door mijn werkzaamheden bij
Arcadis en mijn betrokkenheid bij de verschillende kennisinstel-
lingen aardig op de hoogte van wat er staat te gebeuren op
technologisch gebied en als ik dan zie wat er straks allemaal
mogelijk is op het gebied van architectuur en materiaaltoepas-
sing, dan vind ik dat niet alleen gaaf, maar realiseer ik me ook
dat we echt op een andere manier en met andere materialen
moeten gaan bouwen en ontwerpen. het is juist de convergen-
tie tussen informatie, nanotechnologie, cognitieve en bioweten-
schappen, die ons enorm kan ondersteunen in de transformatie.
dat gaat nog een hele kluif worden. de bouwwereld, toeleve-
ranciers, het onderwijs, de wetenschap; we zitten allemaal in
elkaars systeempjes gevangen. zolang we op financiële vier-
kantemeterprijzen blijven rekenen met afschrijvings- en leenter-
mijnen van dertig jaar, heb je een probleem. we zullen dus ook
naar nieuwe financieringsmechanismen moeten kijken.”
Als je de stad opnieuw mocht inrichten, wat zou je dan teweeg
willen brengen?
“Voor alle duidelijkheid. ik ben geen stedenbouwkundige. maar
als ik een breed stedenbouwkundig plan mocht ontwerpen, dan
zou ik daar heel andere experts dan gebruikelijk bij betrekken.
ik zou ecologen, biologen, sociologen, antropologen, maar ook
rasechte techneuten, nerds en kunstenaars bij elkaar brengen.
met de collectieve intelligentie die je op die manier om tafel krijgt,
kun je veel beter in kaart brengen wat er mogelijk gaat gebeuren,
maar ook kun je zo veel beter een antwoord formuleren op de
vraag wat je graag zou willen dat er gaat gebeuren. zo kun je van-
uit een groot aantal mogelijke toekomsten een ‘meest gewenste
toekomst’ bepalen. bij dergelijke denksessies over een grote stad
als rotterdam zou ik graag aanschuiven. Vanzelfsprekend, zou ik
zeggen, is vanuit een dergelijk ‘ontwerpplatform’ een betrokken-
heid met bewoners, gebruikers, etc. een gegeven.”
Om de spreekwoordelijke stip op de horizon te zetten zeker?
“ik wil geen stip zetten, maar een brede horizon als perspectief
op een meest gewenste toekomst schetsen. want als je voor
de breedte kiest, kies je voor beweging. Als je dan terug gaat
redeneren, zul je een bepaalde robuustheid ontdekken in je
ontwerpstructuur. dáár gaan we in elk geval naartoe. Aan de
buitenkanten van dat model kun je dan de dynamiek en evolutie
van de continu veranderende realiteit onderbrengen. het is en
blijft een dynamisch proces. je begint dus anders. daarbij zul je
naast de dynamiek van de drie domeinen sociaal, maatschappij
en economie, ook rekening moeten houden met externe dis-
rupties waar je geen directe invloed op hebt. denk daarbij aan
geopolitiek, global interconnected economy en finance, inter-
en innerstate conflicts en de voornoemde biofysische grenzen
van het ecosysteem. daarmee bedoel ik dat je bij de steden-
bouwkundige plannen die je maakt niet ontkomt aan kijken naar
en rekening houden met de dragers van ons global ecosystem.
dan kom je aan zaken als klimaatverandering, biodiversiteit, de
grote transportpatronen van stikstof en koolstof, verzuring en
transportsystemen in onze oceanen en noem maar op. die dra-
gers moet je beslist betrekken bij je ontwerp.”
Je doelt op vergroening van de stad?
“zeker. en dat omvat veel meer dan lukraak bomen planten. het
gaat om natuurlijke geïntegreerde structuren die ervoor zorgen
dat je geen negatieve, maar een positieve bijdrage levert als het
gaat om klimaatverandering en biodiversiteit en die zorgen voor
een meer natuurlijke leefomgeving. wil je dat goed doen, dan
is het verstandig om bij het ontwerpen van een gebouw, infra-
structuur en gebiedsontwikkeling in het algemeen, de nieuwste
bioscience technology te betrekken die, ik noem maar wat, het
mogelijk maken co
2
op te nemen en er water van te maken.
door een weloverwogen toepassing van groen kun je een stad
ook als een ecosysteem zien waar het groen een integraal deel
is van het stedenbouwkundig ontwerp. natuur, architectuur en
functionaliteit en technologie kun je op die manier in de stad in
elkaar laten schuiven. let wel: geen doorgeslagen techno, maar,
zoals genoemd, human nature centered.”
‘Als ik zie wAt er strAks AllemAAl mogelijk is op het
gebied vAn Architectuur en mAteriAAltoepAssing,
reAliseer ik me dAt we echt op een Andere mAnier en met
Andere mAteriAlen moeten gAAn bouwen en ontwerpen’
24-25-26-27-28-29_koploper.indd 27 03-12-20 16:52