Pagina 55 van: Bouwwereld #8 2020

DDe Sint is weer aangekomen in het land. Deze keer in Zwalk. Vanwege corona hadden de bouwpartners maar een ver-langlijstje opgestuurd. Eén keer raden wat er boven aan het lijstje staat. Juist ja: de wens tot eenvoudig begrijpbare, in jip-en-janneketaal geschreven, bouwregelgeving. Helaas heeft de Sint moeten concluderen dat die wens niet kan worden vervuld. Die bouwpartners wilden namelijk ook nog dat die regelgeving voor alle denkbare situaties zonder discussie met het bevoegd gezag toepasbaar is, zelfs voor
innovatieve ontwikkelingen die we nu nog niet kennen. Daar-
naast geen bemoeizucht achter de voordeur, maar wel onder
alle omstandigheden veilig, gezond, bruikbaar, energiezuinig
en duurzaam en dat voor eenieder, zowel eigenaar als gebrui-
ker, en ook nog betaalbaar.
Uit de rubriek vraag en antwoord van het Expertisecentrum
Regelgeving Bouw hieronder wat vragen, die wel duidelijk
maken waar de bouwpartners mee worstelen.
1. Wat zijn nu de toegankelijkheidseisen als een woning twee
of meer buitenruimtes heeft; gelden dan de toegankelijk-
heidseisen voor alle buitenruimten of alleen voor die ene bui-
tenruimte die volgens het Bouwbesluit 2012 noodzakelijk is?
2. Wat moet de breedte van trappen in een woongebouw zijn?
Moeten alle trappen ten minste een breedte hebben van 1,2
meter of geldt dat alleen voor de trap waarmee woningen
worden ontsloten, zoals helder was omschreven in de toelich-
ting van het Bouwbesluit 1992 en het Bouwbesluit 2003?
Moeten nu plotseling alle trappen die bij het vluchten worden
gebruikt en waarop 600 m² aan woonoppervlakte is aange-
wezen een breedte hebben van 1,2 meter?
3. Als ik een woongebouw voor studentenhuisvesting reali-
seer met woningen kleiner of gelijk aan 50 m² gebruiksop-
pervlakte in drie bouwlagen met de tuin als gemeenschappe-
lijke buitenruimte, moet ik dan plotseling bij deze doelgroep,
die goed ter been is, een lift maken? Of volstaat het aangeven
van een opstelplaats voor een lift voor die situatie waarin het
woongebouw een andere gebruikersdoelgroep krijgt, waarbij
die lift tegen een proportionele inspanning alsnog kan wor-
den gemaakt?
4. Hoe stel je de brandwerendheid van een trap vast? Geldt
die eis ook voor een brand aan de bovenzijde van de trede
55
REGELGEVING TOEPASSEN
van boven naar beneden? Geldt er eigenlijk wel een eis als
die trap zich bevindt in een extra beschermde vluchtroute, in
welke ruimte volgens de uitgangspunten van het Bouwbesluit
2012 en de voorlopers daarvan, helemaal geen brand kan
woeden?
5. Hoe moeten we de weerstand tegen branddoorslag en
brandoverslag en de weerstand tegen rookdoorgang be-
oordelen bij een galerijfl at, als de tweede vluchtroute vanuit
een woning voert via de galerij boven de brandende woning?
Voert de ene vluchtroute dan door twee verschillende ruim-
ten? Is dan nog sprake van een veilige tweede vluchtroute?
Anders gezegd heb ik in die situatie twee onafhankelijke
vluchtroutes?
Voor het beantwoorden van dit soort vragen is kennis van
de bedoeling van de wetgeving en de achtergronden van de
voorschriften van groot belang. Zijn die allemaal goed toegan-
kelijk voor eenieder? Het antwoord daarop is: neen.
De hamvraag is hoe de noodzakelijke kennis over de regel-
geving op peil te houden, zodat de bouwpartners de regelge-
ving voldoende begrijpen en ook naar de bedoeling van de
wetgever toepassen. Dit wordt te meer opportuun omdat de
personen van het eerste uur (de jaren tachtig) inmiddels bij-
na of al met pensioen zijn. Dit is zeker zo belangrijk met de
Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) voor de deur.
Kunnen de bouwers hun aangescherpte aansprakelijkheid
waarmaken door de juiste toepassing van de regelgeving? En
hoe zit dat bij de kwaliteitsborgers? Komen die wel tot de
correcte interpretatie? Ook gemeenten komen overigens niet
altijd tot de correcte interpretatie, maar dan is er nog bezwaar
en beroep mogelijk.
De win-win voor eenieder ligt besloten in unaniem aangeno-
men motie TK 34453-19 van februari 2017, die nog altijd
niet door het kabinet is uitgevoerd. Met erkende technische
toepassingen (ETT) kunnen al dit soort discussies en vragen
uit de weg worden gegaan, want bij bouwen volgens ETT zijn
deze discussies en vragen op voorhand al opgelost.
Wil de uitwerking van de Wkb geen fi asco worden is kennis-
overdracht in de breedste zin des woord dus bittere noodzaak.
Laten we daar dan ook direct mee beginnen.
Dr. ir. N.P.M.
Scholten
Senior expert bij
Expertisecentrum
Regelgeving Bouw
COLUMN
55_columnnico.indd 55 04-12-20 08:54