Pagina 37 van: Bouwwereld #9 2017

De op de bouwplaats geassembleerde, ranke staalconstructie van de
uitbouw wordt met een kraan op haar plek gemanoeuvreerd.
De belangrijkste verbinding van de uitbouw met de silo zijn draadeinden
die met een haak aan het bestaande betonskelet verankerd zijn.
kening toonde aan dat zowel het eigen gewicht als de verander
lijke belasting van de gehele uitbouw per zijgevel door slechts
één anker ø 30 mm gedragen kon worden. Dit anker is voldoen
de voor het opnemen van zowel de verticale als de horizontale
belasting. Eén anker is echter uit oogpunt van constructieve
veiligheid geen optie, dus zijn er twee ankers ø 30 mm toe
gepast. En bovendien hebben we daaronder ook nog een
kokerprofiel 120.60.7 tussen dak en vloer geplaatst en hebben
we dat profiel om de 20 cm met op afschuiving te belasten lijm
ankers aan de betonconstructie verankerd.”
Excentrische krachtverdeling
Het punt waar de nieuwe zijgevel op de bestaande silogevel
aansluit ligt niet in één lijn met het ankerpunt. Die twee punten
verspringen omdat het aangrijppunt van de gevel te dicht op de
rand van de bestaande betonconstructie zit. Pelgrum: “Het ra
daronderzoek dat wij lieten doen naar de precieze plaats van de
wapening in de betonconstructie toonde aan dat de betondek
king soms minimaal was. We hebben er daarom voor gekozen
om de verankering niet in lijn met het gevelvlak op de betonko
lom aan te brengen, maar in de daarop aansluitende betonbalk.
Consequentie was een excentrische aansluiting.” Met extra sta
len kopplaten op de ontmoeting van de zijgevel met het dakvlak
wordt de ontstane momentkracht opgevangen. Aan de achter
zijde van de betonbalk grijpt het doorgaande anker in een forse
stalen beugel van UNP 240profielen, die de trekkracht over een
voldoende groot oppervlak van de balk verdeelt.”
Ofschoon uit constructief oogpunt feitelijk niet nodig, heeft
Pelgrum de beugel van UNPprofielen voorzien van een haak
vorm die als extra zekerheid achter de betonkolom grijpt.
Test met ballast
Omdat zowel in aanzien als in uitzicht een maximale transparan
tie van de gevels van de uitbouw was gevraagd, is de beglazing
met zo min mogelijk onderbreking gedetailleerd en loopt het
glas vanaf de bovenkant van de vloer tot aan de onderkant van
de persroosters die met isolatie op firetdoek het akoestische
plafond vormen en die aan de onderzijde van de staalplaatbe
tonvloer zijn opgehangen. Het dubbele glas op de twee buiten
hoeken is overlappend uitgevoerd en structureel verlijmd. De
twee schijven die dak en vloer vormen zijn zo gedetailleerd dat
uitsluitend de rondlopende en in verstek samenkomende rand
balken HEA 220 zichtbaar zijn.
Deze detaillering verdraagt slechts een minimale doorbuiging
van de randbalken om zo te grote spanning – en mogelijke
breuk – in het glas te voorkomen. Naast een grotere tolerantie
dan gebruikelijk in de glasprofielen, is de doorbuiging van de
constructie tot het minimale beperkt.
Om vooraf de optredende en berekende doorbuiging te kunnen
verifiëren en eventueel aanvullende maatregelen te nemen, is
37Bouwwereld //
34-35-36-37-38-39_silo.indd 37 07-09-17 11:19