de installatieruimte is met minimale hoogte zo ver
mogelijk richting de buitenste palenrij geschoven
De terminal moest zo gepositioneerd worden dat er nog een bruikbaar perron overbleef.
kracht voor het lichte en eenlaagse gebouw, dat in principe ook
nog eens tijdelijk is tot de herinrichting van het hele station zal
worden uitgevoerd. Technisch was het ook lastig om dieper te
gaan. Zwaar materieel was nauwelijks inzetbaar op deze locatie
langs het spoor en voor kleinere machines was de zandlaag te
hard om doorheen te komen.
Overstek
Op de kop van het gebouw had Strackee ook te maken met een
keerwand. Dit is een zware keerwand van 7 meter hoog die op
palen gefundeerd is. De gefundeerde voet van deze keerwand
mocht niet worden doorboord, zodat de laatste paal terugligt ten
opzichte van de kopgevel met uitkragende luifel. Om de luifel
voldoende te ondersteunen, zijn de hoofdliggers over de palen-
rijen doorgetrokken en opgelegd op de keerwand. De kolom-
men van de kopgevel, met daaraan de luifel van 7,5 meter over-
stek, zijn gesitueerd tussen de laatste palen en de keerwand.
Om de luifel in de eindsituatie waterpas te krijgen, is een nastel-
bare constructie ontworpen die 50 mm is opgezet. Tevens zijn
de schoren in de zijwanden 30 mm verlengd.
Installatieruimte
In een later stadium is het ontwerp van het gebouw aangepast,
waarbij de benodigde installatieruimte werd verschoven naar
een plek onder het gebouw. Daarmee werd extra ruimte ge-
creëerd voor de wachtende reizigers. Om de installatieruimte
onder het gebouw te maken moest het talud deels worden afge-
graven. Dit mocht echter niet ten koste gaan van de stabiliteit
van het perron en de naastgelegen rails. De installatieruimte is
daarom zo ver mogelijk richting de buitenste palenrij geschoven,
terwijl de hoogte geminimaliseerd is. De verticale stabiliteits-
kruizen tussen de palen onder het gebouw zijn hier plaatselijk
vervangen door een trek-drukschoor. Daardoor kon toegang tot
de installatieruimte worden gecreëerd.
Bij de uitvoering was ook de logistiek van grote invloed. De
locatie is lastig bereikbaar en overlast en buitendienststelling
van de sporen moesten zoveel mogelijk worden voorkomen.
Hier is in het ontwerp op geanticipeerd door met zoveel moge-
lijk geprefabriceerde en lichte materialen te werken, zoals hou-
ten wanden en houten vloeren met een multiplex beplating voor
de benodigde schijfwerking.
22 // Bouwwereld
// Project nieuwBouw / methoden & technieken
18-19-20-21-22-23_eurostar.indd 22 05-09-18 15:52