E
en voormalig Huis van Bewaring (omstreeks 1830 ge-
bouwd) is circa 1,5 jaar geleden omgebouwd naar een
exclusief hotel. Door de betrokken aannemer zijn bij de
transformatie van het pand onder meer de buitengevels
geïnjecteerd tegen optrekkend vocht en is een waterafwijzend
pleisterwerk aangebracht. Dit is uitgevoerd aan de binnenzijde
van het gebouw. Tevens is het maaiveld aan de buitenzijde opge-
hoogd en is drainage aangelegd voor de gevel langs.
Probleem
Enige tijd na uitvoer van de werkzaamheden ontstaan degra-
daties aan de buitenzijde van de metselwerkgevels in de vorm
van afgeschilferde stenen en een witte uitbloei op het oppervlak.
De problemen zijn ogenschijnlijk vochtgerelateerd. Vreemd, juist
omdat bij de renovatie maatregelen ter voorkoming van vocht-
problemen zijn getroffen. De wens naar nader onderzoek door
een onafhankelijk deskundige is ontstaan.
onderzoek
TechnoConsult is ter plaatse voor onderzoek. Bij een rondgang
langs de gevels wordt vastgesteld dat de schade zich in hoofd-
zaak beperkt tot de zuidgevels. Het gevelmetselwerk van de
zuidgevel vertoont structureel afschilfering en witte uitbloei tot
circa 0,6 meter boven maaiveld. Voegen en stenen zijn geheel
of gedeeltelijk wit uitgeslagen, waarbij kristallen op het opper-
vlak zichtbaar zijn. Regelmatig zijn losse steenscherven en ont-
hechte (kalk)voegen vastgesteld, waarbij een witte uitbloei en/
of kristallen zichtbaar zijn op het breukvlak. Bepleisterde gevel-
delen vertonen een soortgelijk schadebeeld.
Indicatieve absorptiemetingen met behulp van de buisjes van
Karsten wijzen uit dat het gevelmetselwerk sterk zuigend is. Bij
destructief onderzoek worden boorkernen uit het gevelmetsel-
werk genomen. De gevel bestaat uit massief metselwerk met
een totale dikte van meer dan 0,5 meter. Aan de binnenzijde is
een waterafwijzend pleisterwerk van circa 50 mm dikte aange-
bracht, met hierop een gipsgebonden stucwerk.
Het massavochtgehalte van de boorkernen wordt in het labora-
torium gravimetrisch bepaald aan de hand van droogoventests.
Uit de proeven blijkt dat het metselwerk sterk verhoogde vocht-
gehaltes bevat ten opzichte van het evenwichtsvochtgehalte,
waarbij sprake is van een vochtgradiënt over de dikte van de ge-
vel. Direct achter de waterafwijzende pleister is de vochtgraad
1/2 Op de gevel en
het pleisterwerk
van een voormali-
ge monumentale
gevangenis is veel
schade ontstaan
door zoutkristalli-
satie.
3 Op stenen en voe-
gen is witte uitbloei
zichtbaar.
4 Afschilfering van
stenen en zoutkris-
tallisatie onder het
steenoppervlak.
110
bouwschadE
NA TRANsfoRmATIE VAN EEN moNUmENTAlE HIsToRIsCHE gEVANgENIs ToT
HoTEl, oNTsTAAT ERNsTIgE sCHADE AAN DE BUITENgEVEls VAN HET pAND.
TECHNoCoNsUlT woRDT INgEsCHAKElD VooR oNDERzoEK EN ADVIEs.
TeksT en beeld ir. Daan van KinDeren, bouwtechnisch en bouwfysisch aDviseur technoconsult b.v.
moNUmENTAlE gEVEl mET
AfsCHIlfERENDE sTENEN
1 2 4
3
110-111_bouwschade.indd 110 07-10-19 13:30