Pagina 53 van: Bouwwereld #9 2019

53
kOplOper
J
ouke post ontwierp gebouw XX destijds na een bijeen-
komst met milieudeskundigen uit diverse bedrijven. die
vonden dat bouwen anders moest en zagen de oplossing
in hergebruik van bouwmaterialen. post had daar zijn twij-
fels over omdat hij voorzag dat aannemers weer net andere ma-
ten zouden willen hebben en dan toch voor nieuwe materialen
zouden kiezen. dat zou volgens hem leiden tot grote stapels
ongebruikte materialen. “afval in stapels in plaats van op een
berg.” in combinatie met het feit dat veel kantoren na twintig
jaar leeg kwamen te staan, opteerde post voor bouwen met een
op de gebruiksduur afgestemde levensduur. in gijs verweij van
wereldhave vond hij een opdrachtgever die dat avontuur met
hem aan wilde gaan.
Sturen op levenSduur
is gebouw XX als project gelukt? ja in de zin dat denken in le-
vensloop van een gebouw inmiddels steeds meer ingeburgerd
is. nee in de zin dat het niet na twintig jaar is ingestort. zo strin-
gent laat levensduur zich niet sturen en dat was ook nooit echt
de bedoeling, zegt post.
“de gedachte van bouwen voor gebruiksduur was destijds ook
volledig nieuw. de bouw was in die tijd juist bezig om gebouwen
en materialen een langere levensduur te geven. we liepen wel
erg voor de troepen uit. die levensduur van twintig jaar was ook
meer een stip aan de horizon. Het ging om de richting. van de
gebruikelijke 150 bouwmaterialen hebben we de levensduur
bepaald en materialen met ongeveer dezelfde levensduur ge-
kozen. die kennis was toen nog veel minder beschikbaar dan
nu. waar de levensduur langer was dan de beoogde twintig jaar,
zou het materiaal in enige vorm herbruikbaar moeten zijn in de
maatschappij. er waren natuurlijk wel eens eerder gebouwen
ontworpen voor een beperkte gebruiksduur, zoals de van nelle-
fabriek en zonnestraal, maar hergebruik van de materialen was
daarbij nog geen issue.”
In goede Staat
vanuit deze benadering is gekozen voor een constructie met
kerto-hout en voor demontabele verbindingen met bouten en
onbehandelde staalplaten. in de gevel is driedubbel glas toe-
gepast.
“dat glas zou een levensduur hebben van tien jaar en dan gaan
lekken, maar het is nog steeds goed. en eigenlijk geldt dat voor
alle materialen. zo zijn ventilatiekokers toegepast van karton.
dat leverde destijds veel discussie op, maar ze functioneren
nog steeds. dat kan ook prima want ze zitten binnen in een
droog gebouw.”
Zijn er inmiddels aanpassingen aan het gebouw gedaan?
“Het verwarmingssysteem is aangepast. destijds was berekend
dat de interne warmteproductie door computers en mensen
voldoende zou zijn, aangevuld met wat luchtverwarming en een
‘opnieuw verbeterde Hollandse klimaatgevel’. Het nieuwe pro-
duct dat we voor de klimaatgevel voor ogen hadden was helaas
toen nog niet gereed voor de markt. de klimaatgevel is daarom
uitgevoerd met een gordijn aan de binnenzijde. dat gordijn kun
je omhoog halen en het hangt vrij en dus werkt de klimaatgevel
niet optimaal. Toen we er zelf in zaten met ons bureau hebben
we het met dit klimaatsysteem wel gered, met soms een straal-
kacheltje erbij en een extra wolletje. wij hielden destijds reke-
ning met het systeem, maar dat kun je van een andere gebruiker
natuurlijk niet verwachten. er werken nu ook minder mensen in
het gebouw en de computers van nu geven veel minder warmte
af. daarom zijn er alsnog radiatoren geplaatst. die hebben we
er destijds trouwens met heel veel moeite uit kunnen houden…”
Na twintig jaar is eigenlijk geen enkele component van het
gebouw direct aan vervanging toe en sloop van het gebouw
is dan ook geenszins aan de orde. Integendeel, het is nog
een prima kantoor dat nog wel twintig jaar mee kan. Hoe
kan dat?
“Het gebouw ziet er nog keurig uit. dat komt ook doordat er
vanaf het begin een vaste huurder in zit en doordat verhuur-
der en huurder zorgvuldig met het gebouw zijn omgesprongen.
als er – zoals in veel oudere panden – na verloop van tijd een
‘rommel’bedrijf in was komen zitten, was het gebouw veel meer
versleten.”
Komt dat ook niet door het goede ontwerp en de
architectuur?
“misschien wel. dat hoop je natuurlijk als architect. een goed
ontwerp en de locatie zullen zeker helpen. maar we moeten ons
realiseren dat van alle gebouwen die gebouwd worden, hooguit
tien procent de moeite waard is. en negentig procent dus niet.
welke tien procent dat is bepaalt de maatschappij. de architect
moet proberen een bijdrage te leveren, maar of dat gelukt is
beoordelen anderen. je moet en kan er niet bij voorbaat van
uitgaan dat een gebouw slaagt.”
En dus zou bouwen voor twintig jaar nog steeds een goede
keuze zijn?
“we wisten destijds nog niet zoveel van wat voor bedrijvenpark
het delftechpark zou worden. voor dit bijzondere bedrijventer-
rein zou ik nu een langere levensduur kiezen. maar voor een
jouke post:
“Gebouwen krijgen
een andere waarde
als we aan het eind
met een kostenpost
blijven zitten.”
50-51-52-53-54-55_koploperjoukepost.indd 53 07-10-19 11:58