kozen kleuren. Nergens standaard witte museumwanden, maar
grijs/bruin beton dat binnen en buiten strak is doorgezet.”
Het Fort is een gebouw met een grote cultuurhistorische waarde
en daardoor kon het niet onderheid worden. Als gevolg hiervan
is het waterliniemuseum in het Fort gerealiseerd in een grote
bak met een dikke betonnen vloer die op de grond ligt. “Daar zie
je als bezoeker uiteraard niets van, maar het is bouwtechnisch
bijzonder interessant dat die bak in het werk waterdicht gestort
is. Dat is een basaal technisch ding. Des te opvallender is daar-
om de elegante binnenkant van het museum, die elke ruwheid
mist. Dat zie je ook terug in de waterloop met zijn messing sluis-
jes. Dat is deels ontwerp en deels toegepaste techniek die dat
mogelijk hebben gemaakt. Doordat die plaat zo dik was, kon de
maquette van de waterlinie in de bekisting worden meegestort.
Dat is echt vakwerk; de consequente combinatie van schoon-
heid en techniek is wat mij aanspreekt.”
Aandacht voor materialisatie en detaillering zie je ook aan de
binnenkant van het gebouw. “Wat direct indruk maakt, zijn de
enorme raampartijen rond de maquette. Die zijn indrukwekkend,
terwijl het glas toch in standaard Schüco-kozijnen zit. Ze zijn
prachtig afgewerkt met messing beplating, waarmee het kozijn
strak in de betonwand gedetailleerd is. Dat materiaal is ook
toegepast bij de bewegwijzering en de vluchtdeuren. Meestal
worden er een soort verholen doorgangen van gemaakt, maar
hier zijn ze prominent in het zicht gebracht. Een dergelijke ont-
werpbenadering verraadt een oog voor zorgvuldig detailleren en
dat spreekt me als Powerhouse-architect zeer zeker aan.”
7
06-07_supergaaf.indd 7 05-06-20 08:36