Meer en duurdere installaties zijn geen garantie voor een goed binnenmilieu van schoolgebouwen. Dat blijkt uit de studie ‘Luisteren naar schoolgebouwen’ van BNA Onderzoek. Hierin zijn de prestaties van tien onderwijsgebouwen in de praktijk gemeten.
Hoe functioneert een schoolgebouw een aantal jaren na de oplevering? Strookt het gebruik met de verwachtingen die ooit zijn geformuleerd in het programma van eisen? Zijn de beheerkosten volgens verwachting? En voelen docenten en leerlingen zich op hun plek? Om antwoord te geven op deze vragen werd het functioneren van tien schoolgebouwen uitgebreid onderzocht op onder meer de punten binnenklimaat, akoestiek en flexibiliteit. Een onderzoeksteam – bestaande uit BBA Binnenmilieu, ICS adviseurs en twee interviewers – werkte daarbij samen met de architecten van de scholen.
Binnenmilieu
‘Luisteren naar schoolgebouwen’ toont aan dat enkele jaren na oplevering het binnenmilieu in een deel van de onderzochte gebouwen nog te wensen overlaat. Interessant zijn de details van de gebruikersbevindingen. Zo scoorde het merendeel van de scholen voor wat de CO2-concentratie betreft gemiddeld ‘goed’ tot ‘zeer goed’. Het klimaat wordt door de gebruikers echter als slechter ervaren dan uit de metingen naar voren komt. Wellicht omdat CO2 slechts één aspect van binnenklimaat is. In scholen waar de gebruikers invloed hebben op het binnenklimaat – door bijvoorbeeld een raam te kunnen openen – wordt het klimaat als beter ervaren.
De bevindingen van het onderzoek zijn samengevat in een artikel. Dat is te downloaden vanaf de website van BNA Onderzoek.
Helemaal eens met Jaap van den Bosch. Het is (bij de echte adviseurs) al sinds jaar en dag bekend dat de ventilatie-eisen in het bouwbesluit voor de onderwijsfunctie niet afdoende zijn. Sowieso is het aan te raden om bij dergelijke adviezen je gezond verstand te gebruiken en niet blind te staren op de minimum-eisen, maar dat terzijde. Maar goed, we krijgen een nieuw bouwbesluit dat toegespitst gaat worden op het aantal aanwezige personen. Als het goed is is het probleem dus straks opgelost…
Als je streeft naar een gezond binnenklimaat gaat het in eerste instantie om bewust te worden van de luchtkwaliteit gedurende de dag. Deze bewustwording realiseer je door een CO2 indicator te plaatsen met een display, stoplichtsignalering en een geluidsignaal dat klinkt bij overschrijding van 1.400ppm. De bewustwording zal leiden tot het tijdig nemen van maatregelen om te voorkomen dat de CO2-concentratie te ver oploopt. Als men is aangewezen op natuurlijke ventilatie, volstaat veelal het openen van luchtroosters en (extra) ramen. Door bewust te ventileren worden tocht en energieverspilling tot een minimum beperkt. In sommige gevallen zullen aanvullende maatregelen noodzakelijk zijn om de ventilatiecapaciteit te vergroten. Indien gebruik wordt gemaakt van een mechanisch ventilatiesysteem, dan waarschuwt een CO2 indicator wanneer onderhoud nodig is, zoals het tijdig vervangen van de filters. Een CO2 indicator van SenseAir kost € 150 ex btw en dat is een relatief geringe investering als je beseft dat het gaat om het voorkomen van gezondheidsklachten en het verbeteren van (leer)prestaties.
Het moge duidelijk zijn dat niet alleen fijnstof en c02 het grootste gevaar vormen voor de kwaliteit van het binnenmilieu.
Op scholen en werkruimten mogen de virussen en bacteriën die van mensen afkomstig zijn eveneens grote boosdoeners.
TNO heeft hier onderzoek naar gedaan en wordt nu een ventilatorloze luchtreiniger op de markt gezet. Het doodt 95% van de virussen en bacteriën.
http://www.vfatechnology.com/
De reactie van Jacgues daar kan ik me helemaal in vinden als ik aan het dromen ben, maar niet meer als ik wakker wordt, want op zich heeft hij natuurlijk alle gelijk van de wereld, maar helaas zo simpel is het niet meer.
Die oude gebouwen van de vroegere bouwmeesters vreten natuurlijk grondstoffen om ze te bouwen, zijn veelal inwendig veel hoger, en zijn hierdoor behalve het milieu aspect veel te duur geworden om te bouwen, met massa bereik je natuurlijk veel, maar de truck is tegenwoordig om lichter te bouwen, houten binnenspouwbladen, i.pl.v. de vroegere dikke stenen muren bijvoorbeeld.
Vanuit die visie zoals toen gebouwd werd kun je wel kijken en wegdromen, maar je kunt er niks meer mee.
Er lijkt me in alle redelijkheid niks anders op te zitten, dan op basis van de hedendaagse bouw methodes, daar het ventilatie klimaat op te moeten aan passen voor een goede ventilatie, en daar zullen die commissies zich op moeten toe leggen, en dat moet dan de (bouwbesluit) norm worden voor (al)die gebouwen, en als een school wat meer poen heeft om te besteden, dan zou die de capaciteit van de ventilatie wat op kunnen schroeven om zeg maar wat meer luxe te kunnen bieden, maar ook zonder dat opschroeven moet het geheel goed kunnen functioneren, zonder dat de leerlingen s’middags in slaap zakken, en als ze dat doen is het nog de vraag of het van de ventilatie komt, kan natuurlijk ook nog van de late t.v. programma’s van de vorige avond komen, is dat al uitgezocht?
Luisteren naar gebouwen,en luisteren naar gebruikers. Daar ligt de kern van een goed gebruiksmilieu van gebouwen. Enige jaren geleden, werden wij geconfronteerd met het (zieke gebouwen syndroom)ook hiervan hebben bedenkers en ontwikkelaars niets willen leren.De bouwfysische eigenschappen van gebouwen kunnen we berekend op onderdelen. Maar vele bedenkers en ontwikkelaars laten zich leiden, door commissies bedachte bouwnormen die niet mee zijn gegroeid met de werkelijkheid.
Nu bouwen wij al heel lang gebouwen, maar ik krijg sterk de indruk dat er telkens weer opnieuw het wiel uitgevonden wordt.Laten we ons eens beperken tot de basis van het bouwen. En van hieruit verder gaan met wat de vraag is en hoe houden we het dan leefbaar.
Het binnenklimaat mag niet ten kosten gaan door de architectonische grillen.
Laat je eens inspireren door oude bekende Bouwmeesters en kijk eens binnen in wat zij hebben gebouwd en ervaar het binnenklimaat.
Je zult versteld staan.
Ik snap dat in deze moeilijkere periode van de bouw adviesbureau’s hier boven op zullen springen om weer een dik rapport met allerlei bevindingen te kunnen maken, maar nu even met beide benen op de grond, en weer terug naar de basis, wie zijn uiteindelijk verantwoordelijk voor de ventilatie hoeveelheid in onderwijs gebouwen, die in het bouwbesluit staan opgenomen als eis?, die commissie die dat heeft bepaald, en door de belastingbetaler is betaald heeft dat toch ook niet op zijn jan boerenfluitje gedaan mag ik aannemen, hier liggen dan toch ook rapporten van GGD end. aan ten grondslag, met hun ppm’s, en allerlei gezondheids adviezen.
moet je dan niet terug naar die commissie en ze daar mee confronteren in plaats van weer een nieuwe adviesgroep op te richten, die weer van alles gaat lopen bedenken.
De uiteindelijke bouwbesluit ventilatie hoeveelheden die behoren zo te zijn, dat de boel daar goed op functioneert, want als het nu zo blijkt dat het raam ook open moet daarvoor, dan klopt er iets niet, want dat raam was bedoeld om gedurende een korte tijd even te spuien, schrijft de toelichting, maar niet als permanente ventilatie.