Het kan soms knap lastig zijn: in normen en technische afspraken oog houden voor alle verschillende belangen in een complexe sector als de bouw. Een integrale blik is bij alle huidige opgaven belangrijk, maar nog geen vanzelfsprekendheid. Dat zien we bijvoorbeeld in de recente discussie over de NTA 6125. Deze ontwerpnorm is bedoeld om de brandveiligheid van massieve houtbouw te verbeteren, maar stuit op forse kritiek vanuit de markt. Een studie naar de impact op bouwkosten en milieuprestatie ontbreekt vooralsnog. Daardoor is er geen goed oordeel mogelijk over de vraag in hoeverre de voorgestelde maatregelpakketten noodzakelijk en proportioneel zijn, stelt Sander Rutten van Building Balance.
Ook de Europese daglichtnorm NEN-EN 17037 laat de spanning zien tussen ambitie en uitvoerbaarheid. De norm biedt ontwerpers handvatten om gericht te sturen op daglichtkwaliteit, maar om eraan te kunnen voldoen zouden woningen in stedelijke situaties minder diep moeten worden, met een grotere verhouding tussen gevel en vloer. Dat staat haaks op het beleid van de overheid om veel betaalbare woningen te realiseren, signaleert Sierd Tilma van LBP|Sight. In deze Bouwwereld doet hij enkele aanbevelingen om daglicht als volwaardige ontwerpparameter mee te nemen.
Ten slotte spelen ook bij de toepassing van groene gevels meerdere belangen. In stedelijk gebied willen we hittestress tegengaan door meer groen toe te voegen aan gebouwen. Tegelijkertijd moet de brandveiligheid op orde zijn. Uit de prijswinnende scriptie van Merel Schouten (Peutz) blijkt dat zorgvuldig gekozen beplanting, een goed irrigatiesysteem en regelmatig onderhoud de risico’s aanzienlijk kunnen beperken. De belangrijkste les: integraal kijken naar esthetiek, ecologie én brandveiligheid.
Is een integrale blik hebben tegenwoordig niet simpelweg een basisvoorwaarde voor alles?
Wouter de Vries / hoofdredacteur







