Waarom zijn er zo weinig vrouwen in de bouw? Hoe kunnen bedrijven aantrekkelijker zijn voor vrouwen, en hoe kunnen vrouwen zelf hun positie in de bouw verbeteren? Die vragen en meer werden in het Nieuws Café besproken tijdens de Bouwbeurs 2025.
Het aandeel vrouwen in de bouw is lager dan tien procent van het totale aantal werknemers in de sector. In de top van de bouwsector is het nog veel lager. In het Nieuwscafé op de Bouwbeurs spraken drie bouwvrouwen over hun eigen ervaringen en hun visie op diversiteit binnen de bouw: Barbara Dirks, architect bij SVP, Lonneke van Haalen, constructeur bij ABT, en Marianne Davidson, adjunct-directeur Projectontwikkeling bij JP van Eesteren.
Diversiteit van belang
Diversiteit binnen bouwteams is belangrijk. Barbara Dirks: “Juist door te werken in teams van mensen met diverse achtergronden en expertises kom je tot betere, soms heel verrassende en meer vernieuwende resultaten, is mijn ervaring. Diversiteit op meer vlakken dus, maar ook qua gender.” Binnen haar bureau SVP is de verhouding mannen en vrouwen 50-50, ook in de directie, en dat werkt heel goed.
Ook binnen projectontwikkeling zijn vrouwen schaars. Bij JP van Eesteren wil Marianne Davidson, die onlangs benoemd is tot adjunct directeur, werken aan een grotere diversiteit. “Zeker binnen de teams die ik leid, stimuleer ik vrouwen om naar hogere posities door te stromen. Door de diversiteit te vergroten wordt mijn team sterker.”
Ook Lonneke van Haalen is in de minderheid als vrouwelijke constructeur bij ABT. “Maar ABT stimuleert ook diversiteit, bijvoorbeeld door zeer flexibele werktijden te bieden. Vooral op de bouwplaats moesten ze er wel even aan wennen, zo’n jongedame die de wapening kwam controleren en kwam vertellen hoe het moest.”
Wat kunnen mannen en vrouwen van elkaar leren?
Lonneke van Haalen: “Het fijne van werken met mannen vind ik dat ze heel direct zijn en de confrontatie aangaan en daarna weer even goed met elkaar verder werken. Daar kunnen vrouwen best wat van leren.”
Marianne Davidson: “Zonder al te veel te generaliseren, zijn vrouwen iets beter in het aanvoelen van de onderstroom en het proces – hoe voelt het, wat gebeurt er? – terwijl mannen meer taak- en actiegericht zijn. En dat kan elkaar juist heel goed aanvullen.”
Rolmodellen en netwerken
Hoe kunnen bedrijven in de bouwsector hun diversiteit vergroten? Een organisatie waarin vrouwen in het management zitten, trekt vanzelf ook meer vrouwelijke medewerkers aan, zo is ook de ervaring van Barbara Dirks: “Twee jaar terug ging op zoek naar een nieuwe werkkring, en daarbij heb vond ik het belangrijk, dat er ook vrouwen aan de top zitten. Als rolmodel maar ook als sparring partner. Zo kwam ik bij SVP.” Marianne Davidson coached nu inmiddels zelf andere vrouwen, maar heeft in het verleden zelf vrouwen benaderd, waarvan ze wilde leren. “Ik ben afgestapt op mensen die ik interessante inzichten vond hebben. Mijn ervaring is dat dames heel graag andere dames willen helpen en coachen. Je moet het gewoon vragen.”
Ook diverse netwerken zijn actief om de bouw aantrekkelijker te maken voor vrouwen en om de positie van vrouwen in de bouwsector te verbeteren. Barbara Dirks is voorzitter van Bouwnetwerk, dat gericht is op ambitieuze vrouwen in de bouw. “Hierbinnen wisselen we ervaringen uit en helpen we elkaar. Niet alleen door opdrachten of samenwerkingen, maar ook door elkaar af en toe net dat duwtje te geven om uitdagingen aan te gaan en kansen te grijpen.”
Kijk naar de video of luister naar de podcast.







